vormvoorschriften van een testament

,

De minister heeft op vragen uit de Tweede Kamer aangegeven dat hij vasthoudt aan de huidige vormvoorschriften van een testament.

Voor de rechtsgeldigheid van een uiterste wil moet de akte waarin de uiterste wilsbeschikking is vervat, worden ondertekend door de erflater. Dit vormvoorschrift, dat op straffe van nietigheid is voorgeschreven, vindt de minister in het belang van de rechtszekerheid en voor de bescherming van de erflater wenselijk. Er is een uitzondering opgenomen in de wet indien de erflater verklaart dat hij het testament niet kan ondertekenen door een lichamelijk gebrek. Dat moet dan wel in het testament worden opgenomen. Een door een notaris opgesteld ontwerp van een testament dat nog niet is getekend door de erflater is dus niet geldig, ook al is de erflater het met de inhoud volstrekt eens.

Een testament moet voldoen aan de vormvoorschriften zoals dat in de wet is vastgesteld in artikel 4:94 BW, een uiterste wil (testament) kan alleen worden gemaakt bij een notariële akte of bij een aan een notaris in bewaring gegeven onderhandse akte.

Wel bestaat de mogelijkheid tot het opmaken van een codicil, een door de erflater geheel met de hand geschreven, gedagtekend en ondertekend stuk. In een codicil kan je legaten opnemen waarmee je kleren, bepaalde lijfsieraden, inboedelgoederen én boeken legateert.

Tenslotte in geval van nood, zoals bij militairen in oorlogstijd, kunnen testamenten worden opgemaakt ten overstaan van een officier van de krijgsmacht.